De RI&E of RIE als basis voor het arbobeleid
Ieder bedrijf in Nederland is volgens de arbowet verplicht om een actuele risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) te hebben. De RI&E vormt de basis van het arbobeleid en bestaat uit de volgende elementen:
– inventariseren van de gevaren op de werkvloer;
– uitzoeken of deze gevaren risico’s kunnen vormen;
– een inschatting maken van de grootte van de risico’s;
– maatregelen bedenken om de risico’s te verminderen;
– een plan van aanpak maken waarin de risico’s in volgorde van prioriteit worden opgepakt.
Het betreft als het ware een stappenplan van weten, wegen, werken en waken. Voor het wegen van de risico’s wordt doorgaans het model van Kinney & Wiruth gebruikt. Deze methode wordt (ten onrechte) vaak Fine and Kinney genoemd.
De risico-inventarisatie en -evaluatie is geen eenmalige actie. Het moet een levend document zijn, wil je er ook rendement uithalen. Wanneer de situatie in het bedrijf wijzigt, bijvoorbeeld door een verbouwing of het toevoegen van een nieuwe productielijn, moet voor dit deel het stappenplan weer opnieuw worden uitgevoerd. Bij een bedrijf met meerdere filialen kan met één document gewerkt worden wanneer de gevaren op de verschillende locaties ongeveer gelijk zijn. Wanneer dat niet het geval is, kun je in één document de algemene gevaren en vervolgstappen beschrijven. Vervolgens beschrijf je per filiaal de specifieke gevaren en de bijbehorende vervolgstappen.
In principe mag iedereen een RIE maken. In de praktijk is het vaak de preventiemedewerker die deze taak oppakt of hierbij een coördinerende taak heeft. In een aantal gevallen moet de RIE getoetst worden. Een toetsing is niet nodig wanneer het bedrijf maximaal 25 medewerkers in dienst heeft, of een door de branche erkend instrument heeft gebruikt voor de risico-inventarisatie. Het bedrijf dient dan te vallen onder de betreffende branche.
Voeg een reactie toe