Succes zelfstandig professional dwingt werkgevers tot innovatie
Dansend naar de toekomst
Perspectief voor werkgevend en zelfstandig professioneel Nederland
Het boek Dansend naar de toekomst van Roger Lenssen en Karin Manuel beschrijft een perspectief voor werkgevend en zelfstandig professioneel Nederland. Daarbij blikken de auteurs in eerste aanleg terug in de tijd, beschrijven ze vervolgens de positie van zelfstandigen vandaag en kijken ze vooruit door een toekomstperspectief te schetsen.
Sinds de jaren ’90 is het aantal zelfstandigen aanzienlijk toegenomen. Het is een heterogene groep. Het boek zoomt in op de zelfstandige professional, de professional die vanuit intrinsieke motivatie een eigen onderneming is gestart, zijn of haar expertise (specialty) omzet in een unieke propositie en weet te vertalen naar concrete diensten die waarde toevoegen. Echter, niet iedere zelfstandige professional is even succesvol. Het boek gaat in op de factoren die in dat verband van belang zijn en beschouwt dat tegen de achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen. De auteurs zetten de zelfstandige professional af tegen de professional in loondienst en laten zien dat de verschillen tussen beide niet onder één noemer zijn te scharen. Ook gaan zij in op een nieuwe trend: de hybride professional. Dat is de professional die deels in loondienst werkt en daarnaast een eigen business heeft. De auteurs belichten de voor- en nadelen ervan vanuit zowel het perspectief van organisaties als van de hybride professional zelf.
In de aanloop naar de blik op de toekomst belichten de auteurs een aantal relevante ontwikkelingen. Zij beschouwen de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt per sector en/of branche. De aueturs gaan in op de factoren die daaraan ten grondslag liggen en geven van daaruit aan wat die betekenen voor de positie van de zelfstandige professional in de nabije toekomst. De rol van de wet- en regelgeving in relatie tot de positie van de zelfstandige professional op de arbeidsmarkt komt ook uitgebreid aan bod. Verder schetsen de auteurs het belang van de opkomst van sociale netwerken voor de positionering en de speelruimte van de zelfstandige professional op de arbeidsmarkt. Ook gaan zij in op de (opkomende) samenwerkingsvormen van zelfstandige professionals onderling om een sterkere positie op de arbeidsmarkt te verwerven.
Voor wat betreft het toekomstperspectief geven de auteurs aan dat het meer en meer van belang wordt om als organisatie ook de verschillende flexibele arbeidsvormen te omarmen, de mogelijkheden tot los-vast verbanden met professionals nadrukkelijker te organiseren en te betrekken in de planning van de arbeidscapaciteit voor morgen en overmorgen. Zij beschrijven dat de rol van HRM in organisaties andere accenten krijgt, namelijk de arbeidscapaciteit te organiseren, daarin te investeren en uiteindelijk te consolideren. Het organiseren van arbeidscapaciteit in de toekomst vereist strategische personeelsplanning over de grenzen van het traditionele werknemerschap heen. HRM dient oog te hebben voor een gezonde balans tussen permanente en flexibele arbeidskrachten en richt zich bij de planning niet alleen op menskracht in loondienst, maar betrekt ook ‘near employees’, overige zelfstandigen en uitzendkrachten daarin.
Om talenten te binden, zal de organisatie het faciliteren van hun ontwikkeling hoog in het vaandel moeten hebben staan en daarin voortdurend moeten blijven investeren. Daarbij gaat het niet alleen om kennis, maar vooral ook om de ontwikkeling van vaardigheden en attitude in relatie tot de eisen en wensen op de arbeidsmarkt. Die eisen en wensen zijn al lang niet meer puur functiegericht, maar hebben een meer ‘werelds’ karakter gekregen. Ongeacht de functie en de aard van de arbeidsverhouding is het steeds belangrijker sociaal vaardig te zijn. De business-modellen van de toekomst drijven immers op samen werken en samen creëren. Niet alleen de relaties tussen (zelfstandige) professionals en de organisaties zijn daar meer en meer op geënt. Ook in de relaties tussen de zelfstandige professionals onderling is het aan de orde.
Het sociaal vaardig zijn, is vertaald in life-skills. Dat zijn skills die nodig zijn om duurzame relaties op te bouwen ongeacht de context en de veranderingen die zich daarin voordoen. De auteurs denken daarbij aan visieontwikkeling, initiatief nemen, communiceren, netwerken, samenwerken en reflecteren. Dat zijn volgens hen de skills die nodig zijn om duurzaam inzetbaar te zijn ongeacht de context of levensfase. Tot slot is het van belang dat HRM hun arbeidscapaciteit consolideren door duurzame arbeidsrelaties aan te gaan over de grenzen van de eigen organisatie heen. Dat betekent dat HRM het contact met de (zelfstandige) professionals onderhoudt, ook als zij de organisatie (tijdelijk) hebben verlaten. Op die manier houdt HRM in het oog of en in welke rol een (zelfstandige) professional terug kan komen in de organisatie en biedt daartoe ook de mogelijkheid (als de organisatie dat wil op basis van eerdere ervaringen met de betreffende persoon). HRM krijgt daarmee de rol van ‘connecter’. Dat betekent dat de HRM-er goed de weg moet weten in diverse netwerken en zich daarin, als verlengstuk van zijn organisatie, effectief weet te bewegen oftewel vertrouwen in de organisatie/werkgever onder de (zelfstandige) professionals creëert teneinde hen duurzaam te binden. Voor HRM wordt relatiemanagement belangrijker dan ooit!
De auteurs geven verder aan dat de rol van de manager in de organisatie veelzijdiger wordt dan nu al het geval is. De manager heeft dan immers te maken met medewerkers in loondienst én met een aanzienlijk aantal arbeidskrachten die op basis van een flexibele relatie met en voor hem werken. Dat zijn niet alleen zelfstandige professionals, maar ook gedetacheerden en uitzendkrachten.
Organisaties worden steeds meer hybride en daar zal de manager van de toekomst mee moeten kunnen omgaan. Hij moet niet alleen in staat zijn direct mensen aan te sturen, ook moet hij kunnen sturen op afstand, want hij werkt immers in toenemende mate met mensen die niet direct onder zijn ‘span of control’ vallen. Bovendien neemt de diversiteit in (culturele) achtergronden, generaties en ontwikkelingsfasen onder de arbeidskrachten verder toe. Dat betekent voor de manager dat hij, nog meer dan nu al nodig is, de kunst van het situationeel leidinggeven moet verstaan. Tot slot wordt de sturing op samenwerking een belangrijk aandachtspunt van de manager van de toekomst. Hij heeft immers als uitdaging om niet alleen binnen de grenzen van de organisatie de samenwerking van mensen met verschillende achtergronden en disciplines te bevorderen, maar om dat ook over de grenzen van de eigen organisatie heen te doen, met de arbeidskrachten die op basis van een flexibele arbeidsrelatie hun bijdrage leveren. De vaardigheden voor de manager van de toekomst zijn derhalve: sturen op nabijheid en op afstand, managen van diversiteit en sturen op samenwerking. De auteurs lichten deze aspecten stuk voor stuk nader toe.
Ook zien Lenssen en Manuel een andere rol weggelegd voor de vakbonden en geven zij een aanzet daartoe. Het ritme van de tijd vraagt volgens hen nu om raamwerken met keuzevoorzieningen, zodat werknemers de mogelijkheid hebben om binnen het palet van arbeidsvoorwaarden tot maatwerk te komen. Voor de toekomst voorzien zij dat individuele afspraken de overhand krijgen. Dat betekent concreet: individuele arbeidsovereenkomsten met maatwerk voor de medewerkers/professionals in loondienst en overeenkomsten van opdracht voor zelfstandige professionals met tarieven die zijn afgestemd op de werksoort en op de ontwikkelingsfase van de zelfstandige professional in kwestie. De auteurs voorzien dat vakbonden genoodzaakt zijn (meer) te gaan samenwerken met werkgevers- en brancheverenigingen en daar allianties mee aan te gaan. Samen vormen zij de vakvereniging van de toekomst. In de vakvereniging van de toekomst staan de huidige vakbonden, werkgevers- en brancheverenigingen zij aan zij in plaats van dat ze in ‘wij-zij’-termen denken, (in de meeste gevallen) tegenover elkaar staan en het schaakspel spelen. Immers, (zelfstandige) professionals kunnen prima zelf hun boontjes doppen en hebben steeds minder ondersteuning nodig om hun arbeidsvoorwaarden of tarief uit te onderhandelen met een werkgever of opdrachtgever. De auteurs werken dit model nader uit in het boek.
Tot slot brengen de auteurs het belang onder de aandacht om als Nederland te investeren op innovatiekracht, wil de Nederlandse zelfstandige professional ook internationaal (meer) positie krijgen.
Dansend naar de toekomst verschijnt op 19 november 2014.
Auteurs: Roger Lenssen en Karin Manuel, Smart Group, www.smartgroup.nl.
ISBN 978-94-91918-06-3, Gebonden, 17×24 cm, 148 p. Prijs € 24,50.
Voor meer informatie, een exemplaar bestellen, aanvraag recensie-exemplaar en afspraak met de auteurs voor een interview, neem contact op met de uitgever, Paul Quist, 070-3270068 of info@quist.nl. www.quist.nl
Voeg een reactie toe